Kennisuitwisseling

Bij bezoekersprogramma’s nodigt het Consortium museumprofessionals uit herkomstlanden uit voor een bezoek aan Nederland, om ervaringen uit te wisselen over koloniale collecties, om kennis te maken met relevante museale instellingen en collectiebeherende instellingen, en om de basis te leggen voor lange termijnrelaties en mogelijke samenwerkingen. Deze programma’s dragen bij aan de versterking van de museale infrastructuur in herkomstlanden, of kunnen een eerste verkenning zijn van herkomstonderzoek of mogelijk teruggaveverzoek.

Bezoekersprogramma’s worden geïnitieerd door één van de vijf Consortiumpartners, en worden georganiseerd door Consortiumpartner Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Bezoekersprogramma’s duren doorgaans vier tot vijf werkdagen. Aan elk bezoekersprogramma nemen meerdere museumprofessionals deel, bijvoorbeeld van verschillende instellingen uit één land van herkomst of voor een internationale groep professionals die zich met eenzelfde onderwerp bezighouden.

Het Consortium Koloniale Collecties biedt trainingen aan voor museumprofessionals in herkomstlanden. Deze trainingen vinden altijd plaats in een land van herkomst, zodat er een groter lokaal bereik is, en meerdere museumprofessionals van een dergelijke training kan profiteren. De trainingen worden gegeven door conservatoren, collectiebeheerders of registars of andere experts werkzaam bij één van de Consortiumpartners.

Deze trainingen worden altijd medegeorganiseerd door een lokale partner, en sluiten volledig aan bij bepaalde vragen of uitdagingen in de museumsector van een herkomstland. Dit kan betrekking hebben op de basisinfrastructuur van de museale sector, of juist op een heel specialistisch onderwerp. Voorbeelden van dergelijke onderwerpen zijn collectiemanagement, risico- en crisismanagement, preventie, klimaatbeheersing, herkomstonderzoek, selectie en afstoten van objecten binnen een collectie, collectiewaardering, digitalisering van collecties en archieven, depotbeheer of restauratie en conservering van specifieke materialen (zoals linoleum, glas, hout of metaal). De museumtrainingen kunnen ook worden ingezet om de deelnemers te trainen om zelf trainer te worden voor andere professionals, zodat één training een grotere impact heeft.